Een tekst kan nog zo goed zijn – zolang de klant er niet tevreden over is, is het werk niet gedaan. Dus als het soms, héél soms, gebeurt (met een t) dat iemand niet tevreden is over een eerste versie, moet er geschaafd worden, aangepast. Dat doe ik dan. Met bloedend hart meestal, maar toch. Omdat het niet gaat om wat ik wil, maar om wat de klant wil. Wat u wilt. Wat jij wilt. En dat schaven gaat dan net zo lang door tot alle letters in een volgorde staan waar de klant gelukkig van wordt.
In een tekst als deze, die ik voor mezelf schrijf, kan ik doen wat ik wil. Dat is ook wel eens lekker. Het geeft me de gelegenheid om te laten zien
wat er gebeurt als ik vrijuit schrijf. Dan sprinkelt en dwarrelt het. Dan kan het desgewenst in serieus jargon en te veel en veel te lange zinnen verwoord worden, alleen om te laten zien dat spelen met taal op allerlei manieren kan, die ieder voor zich vragen om voegwoorden, onderschikkingen en andere narigheid waar je gewone mensen niet mee lastig moet vallen. En dat ik zélfs bereid ben om woorden als ‘implementeren’ te gebruiken. Soms! Niet meteen overdrijven. Mijn voorkeur ligt bij transparante, vlot geschreven, ondubbelzinnige, onwollige taal. Nederlands zonder mooischrijverij. Heerlijk.