Pasen op zondag??
Ergens is er iets misgegaan in de opvoeding van mijn kinderen, denk ik wel eens. Want ieder jaar vragen ze me weer op welke dag Pasen valt. En elke keer zijn ze verbaasd dat het wederom een zondag is. ‘Nee maar, huh?’ Ik leg het dan uit. Iets met maanstanden en zo. Maar het beklijft niet. Gewoon omdat ze het niet nodig vinden om het te onthouden. Soms voelt het alsof ik gefaald heb. Gefaald in het overdragen van mijn geloof, in het doorgeven van het besef dat er een levende, goddelijke kracht is die ons beademt. Tegelijkertijd zijn het prachtige kinderen. Geworteld, stabiel en liefdevol. Dat zet me wel eens aan het denken. Want het is makkelijk om te zuchten bij die jeugd van tegenwoordig, maar op allerlei manieren doen ze de dingen veel volwassener dan ik op die leeftijd, ook in spiritueel opzicht.
Familiezilver
Ik zat toen ik dertig was nog muurvast aan hoe het hoorde. Aan alles wat me – liefdevol, maar toch – was opgelegd door mijn ouders. Op zondag naar de kerk. Thuis koffie drinken. Daarna een borreltje. Dan een broodmaaltijd, aan een tafel gedekt met damast, het zondagse servies en het familiezilver. Daarna een wandeling maken. Vaste prik, week in week uit. ’s Middags draaide mijn vader onontkoombare klassieke muziek met de stereo op tien. Ik nam me al vrij jong voor dat ik dat soort dingen anders zou gaan doen later en nou, dat is gelukt. Er is een veel groter verschil tussen de levens van mijn kinderen en het mijne, dan tussen het mijne en dat van mijn ouders.
Ik verbeeld me heus niet dat ik hier iets nieuws ontdekt heb. Zien dat de volgende generatie het anders doet, is van alle tijden. Verandering is inherent aan leven. ‘We zijn liminale wezens’, schreef Sander Balkenende MSc onlangs op LinkedIn, ‘steeds in staten van overgang, van het ene naar het andere, van het oude naar het nieuwe.’
Het oude is voorbij, het nieuwe is nog niet begonnen
Het is de kunst denk ik, om niet in hoge versnelling vooruit te leven, maar om het uit te houden in die liminaliteit: het hier en nu, de fase waarin je het ene niet meer bent en het andere nóg niet bent. Het oude is voorbij, maar het nieuwe is nog niet begonnen. Als je zo naar de Millennials en GenZ kijk, hoef je je geen zorgen te maken, ze zijn wie ze zijn en je hoeft ook geen hoogtevrees meer te krijgen bij de diepte van de kloof tussen hen en je eigen ouders.
Dan wordt het juist boeiend om het ‘andere’ te gaan zien als iets nieuws, als leven, beweging. Vooruitgang. Onder ons gezegd en gezwegen; ik vermoed zelfs dat het God niet zoveel uitmaakt of ze naar de kerk gaan. Als ze maar weten dat het om Liefde gaat en om verbondenheid met elkaar, in die Liefde. Laten we wel wezen; Hij was het niet die kerken bouwde. Zijn kerk is een kerk van mensen, de stenen gebouwen zijn van ons.
Elkaar vasthouden
Nog niet zo lang geleden sprak ik over dit soort dingen met een wijze dominicaan. Hij zei: ‘Ja, dat is allemaal mooi en aardig. Maar wat de mensen van vandaag dan toch missen, is gezamenlijkheid. Een gedeeld besef van samen in hetzelfde staan. Broederschap.’ Ik voelde dat hij gelijk had; het raakt aan de spanning van deze tijd; zal het ons lukken om de onderlinge verbondenheid te handhaven als er geen individu-overstijgende tradities meer zijn? Als niemand meer zal weten dat Pasen op zondag valt? Maar vandaag wil ik dat geloven. Dat het goed komt. Dat het al gebeurt zelfs, in die kinderen van ons, dat het licht elke dag op een nieuwe, onvoorziene manier, geboren wordt. Hoe? Wie zal het zeggen. Laten we het uithouden in het niet-weten. Maar wel samen blijven, elkaar vasthoudend in dat stralende licht.
Naar de retraites
Naar geestelijke begeleiding