Gehoorzamen
Dat diepe gevoel van ‘ik wil dit niet langer’ – kent u dat? Die wurggreep van een baan die niet meer past, een relatie niet goed zit, een vriendschap waarin de balans zoek is. Het onevenwichtige ervan kan een mens de adem benemen, zeker de mens die de dingen laat voortbestaan zoals ze zijn. De disbalans wordt vaak als een gegeven zien, als iets waar niets aan te veranderen is. Mensen sussen zichzelf met de gedachte dat het leven een kwestie van geven en nemen is en dat je het maar moet accepteren zoals het zich voordoet. Als een vervelende baan dus. Als een ongelukkige relatie. Als een veeleisende vriend. Gewoon, even de tanden op elkaar en doorgaan, zo is het leven. Denken we.
Huil maar wel
Het is een herkenbaar patroon, dat vaak al vroeg ontstaat. Op het moment bijvoorbeeld dat we onze vingers tussen de deur krijgen en moeder zegt: ‘Huil maar niet, hier heb je een snoepje.’ Terwijl het logischer en ook heilzamer is voor kinderen als moeder op zo’n moment zou zeggen: ‘Huil maar wel, kom aan mijn hart, ik hou je vast.’ Soms doet de waarheid nu eenmaal pijn. Het is een immense toer om geheel in overeenstemming met de waarheid van ons bestaan te gaan leven. Het vraagt voortdurend in de spiegel van het eigen leven kijken, brute eerlijkheid ten opzichte van onszelf en daarmee ten opzichte van anderen. Want als we gaan leven naar wat werkelijk waar is, dreigt er instortingsgevaar voor veel van wat we om ons heen hebben opgebouwd. En da’s eng, want wat we opgebouwd hebben is ons vertrouwd. Toch is dit waar ik het vorige maand over had, toen ik u beloofde terug te komen op gehoorzaam zijn aan wat we horen in onze ziel.
Zachte moed
Het woord gehoorzaamheid wil nog wel eens irritatie oproepen, omdat we het zijn gaan verstaan als iets met vermanende vingers en straf. Maar wees gerust. Ik zal u verder niet lastig vallen met de integrale etymologische herkomst ervan, maar het is handig te weten dat het van oorsprong betekent ‘gelijk zijn aan, dan wel samenvallen met wat je hoort’.
Het vraagt een zacht soort moed om de pijn van het bestaan toe te laten
Wie bereid is samen te vallen met wat hij in zijn hart, zijn ziel hoort, is gehoor-zaam. Het is een gehoorzaamheid in spirituele, geestelijke zin dus, die niets te maken heeft met iets moeten doen of laten op bevel van een ander. De moeder die haar kind troost met ‘huil maar wel’, is in deze zin dus gehoorzaam aan wat zich voordoet. Het vraagt een zacht soort moed van haar om de pijn toe te laten, in plaats van ervan weg te vluchten en het kind te sussen met snoepjes.
Nu is dit een klein voorbeeld, maar hetzelfde geldt voor de grote dingen van het leven. Een gehoorzaam leven vraagt een innerlijke houding die vereist dat we vrede sluiten met de situatie zoals hij werkelijk is, in alle eerlijkheid. Dus niet zeggen: ‘Ach, mijn baan is vervelend’ (vingers tussen de deur), ‘maar ja, er moet brood op de plank komen en ik ben al 56 dus ik kan geen kant meer op’ (de snoepjes), maar naar je directeur gaan en zeggen: ‘Help. Au. Zo kan het niet langer.’ Dan luistert een mens pas naar het echte leven, in plaats van naar de illusie hij voor zichzelf opgetuigd heeft. De waarheid is: je baalt van je baan. Gehoorzaamheid vraagt: handel daarnaar.
Weg met het sprookje
De Franse filosoof François Fénélon (1651-1715) verwoordt deze houding glashelder. Hij schreef ooit – ik weet helaas niet precies in welke van zijn vele publicaties – ‘Verlangen naar iets wat je niet hebt, is zonde.’ Een krasse uitspraak, die ons uitdaagt het bestaan te ondergaan exact zoals het is, zonder te willen dat het eigenlijk anders was, zonder te verlangen naar andere (betere, leukere, gezondere) omstandigheden of feiten. En dat vanuit de gedachte dat dit het leven is dat ons gegeven werd, met alle zichtbare en onzichtbare moeilijkheden die erbij horen. Soms is de waarheid ongemakkelijk, soms wil je haar liever niet onder ogen zien of erkennen, soms is ze ronduit pijnlijk. Maar: leef ernaar. Liever de pijn van de waarheid dan de illusie van een sprookje.
Andere columns
Luisteren
Aandacht
Wachten
Leiden