Matigen (2)
Zo hard lachen dat ze het vijf tafels verderop nog horen in het restaurant. Zo veel praten dat het niet anders kan dan dat u ook dingen zegt die niet belangrijk zijn, of erger nog: onzin. Stijlloze grappen debiteren, alleen opdat er om u gelachen zal worden. Met stemverheffing spreken om uw zin te krijgen en daarbij al dan niet op tafel slaan. Doen wat u wilt en achteloos voorbijgaan aan wat een ander eigenlijk wil. U verliezen in eten, drinken, feesten, seks. Maaiende armen, hard op schouders en met deuren slaan, u vaak stoten aan tafels en andere meubels. Heel hard HALLO roepen bij het binnenkomen. Doorwerken tot elf uur ’s avonds. De claxon van uw auto gebruiken om te laten merken dat u boos bent, in plaats van waar hij voor bedoeld is. Uw huisarts uitschelden omdat u niet doorverwezen wordt. Grove reacties plaatsen op social media als anderen dingen zeggen waar u het niet mee eens bent.
Seks
Ging het de vorige maand over matigen qua consumptie, dit keer moeten we het over ons gedrag hebben. Dat gaat misschien even pijn doen, maar het is nodig. Althans, voor wie nieuwsgierig is naar een leven in contact met de liefde, een leven dat open ligt voor God. Want wie verbinding zoekt met God, moet eerst verbonden zijn met zichzelf. Het klinkt eenvoudig, maar het kan lastig zijn om in deze eenvoud te landen. Zeker als het gaat om matiging van ons gedrag liggen de dingen ingewikkelder dan bij ‘minder consumeren’.
Ik mag toch zeker wel lachen! Tuurlijk.
Allereerst is er de verongelijktheid die vaak op de loer ligt. ‘Ik mag toch zeker wel láchen!’ Tuurlijk. ‘En ik mag toch zeker wel seks hebben!’ Al even tuurlijk. Als u maar maat houdt. Maar ja. Wat is maat. Voor ik daarover verder ga, ter geruststelling: het tegenovergestelde geldt evenzeer. Te weinig van alles is ook niet goed. Zo nu en dan vasten is heilzaam, maar wie er in doorschiet loopt het risico ongezond mager te worden. Een feest is een raar decor voor iemand die met de lippen stijf op elkaar in een hoek gaat zitten; natuurlijk mogen we plezier hebben en genieten. En wie nooit eens uiting geeft aan zijn boosheid, loopt het risico op verbittering.
Maar wat is nu de juiste maat? Als u het moeilijk vindt om te bepalen waar die ligt in uw leven, kan het helpen om eerst even aan een uiterste te denken, aan wat u zeker niet wilt. Ik noem het geluid van Emiel Ratelband, de schaterlach van Gerrit Zalm, de motoriek van Donald Trump. Er ligt een onevenredige nadruk op de buitenkant, waardoor iemands binnenkant niet meer zichtbaar is voor omstanders – en wellicht ook niet voor de mens in kwestie. Als u niet voorbij de grens van uw eigen persoonlijkheid wilt eindigen, laat staan belanden in een extremiteit, is het dus zaak uzelf ergens onderweg te begrenzen, of te laten begrenzen. Ook dit laatste is een goede optie, want er zijn meestal stemmen genoeg in de omgeving die ons de goede weg wijzen, als we maar bereid zijn ernaar te luisteren en ons erdoor te laten corrigeren.
Balans
Het is dus de kunst om de juiste maat te vinden, waarbij het altijd gaat om de maat van uw eigen gedrag. Dit maakt het ingewikkeld, want er is geen absolute norm. Wat voor de een zwaar overdreven is, kan voor een ander volstrekt normaal zijn. Wie weet lacht Zalm wel écht zo, ook als hij ’s morgens aan zijn ontbijt zit en iets geestigs in de krant ziet staan, wie zal het zeggen. In dat geval heb ik niets gezegd.
De heilige Benedictus wijdt vele woorden aan de matigheid in zijn Regel voor Monniken. Maar het ‘gematigde’ leven wil niet zeggen dat men kleurloos en saai door de dagen moet schuifelen, integendeel. Het gaat om leven naar de maat van wat ons gegeven is. Onszelf niet groter maken dan we zijn, maar zeker ook niet kleiner. Dat vraagt dus soms onszelf beperken, soms onszelf een duwtje geven, om zo in balans te leven en in ons eigen midden uit te komen. En dat is een goede plek om te vertoeven, want als we God ergens zullen ontmoeten, is het daar.