De Naam kennen

Lees verder

Johannes 17,1-11a

Johannes laat Jezus in dit deel van het Evangelie grote dingen zeggen. ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus.’ En, iets verderop: ‘Ik heb aan de mensen die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekendgemaakt.’

Deze zinnen geven weer wat Jezus hier op aarde is komen doen, ze illustreren de hele zin en betekenis van zijn aanwezigheid onder ons: Gods naam bekend maken aan ons.

We maken even een omweg via het oude testament om uit te komen bij de diepte van deze zinnen. Want joodse namen, dat is niet zomaar iets, die zeggen iets over de aard van dit kind, of over iets wat de ouders dit kind toewensen, of het zegt iets over een bepaalde kwaliteit of een levenshouding. Het moment van de keuze, de naamgeving, wordt ook genoemd: de kleine profetie. Zoals de naam luidt, zal de mens zijn. Bijbelse namen hebben in het Hebreeuws dus een diepe betekenis, die alles zegt over iemands leven. Weten waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat, is een levensbepalend kompas. Het is niet voor niets dat in de eerste lezing apostelen bij name genoemd worden. Voor semieten was de naam iemands interne werkelijkheid. En iemands naam kennen was daarom bezit van hem krijgen, als je iemands naam kende, dan hoorde diegene ook bij jou.

Een paar voorbeelden: Jaïr – hij verlicht / Lazarus: god helpt hem / Zefanja: JHWH heeft gewaardeerd / Rachab: ruim / Rechabja: JHWH heeft ruim gemaakt. Iemands naam zegt ons met wie we te maken hebben.

En JAHWEH betekent: de Bestaande of Ik ben er voor jullie, Ik zal er zijn, Ik ben die is, Ik ben. We weten allemaal wanneer we deze naam voor het eerst hoorden, dat was in het verhaal van Mozes, die wil weten van wie die Stem is die hij hoort. Mozes vraagt: ‘Hoe is uw naam’ – en het enige antwoord is: ‘IK ZAL ER ZIJN’. Dan zegt Mozes: ‘Maar laat mij u dan zien’, en het antwoord is: ‘Mijn gelaat kan niemand zien.’ Er is geen gestalte, er is alleen die stem die zegt: ‘IK BEN’.

Deze naam, die dus eigenlijk nauwelijks een naam is, gaat voorbij aan alle andere namen. Of misschien moeten we zeggen: hij gaat eraan vooraf. God is niet: Hij die liefheeft. Of Hij die veilig stelt. Of Hij die Vader is. Nee; God is. Het ‘zijn’ zelf is wat God is. Je kunt zelfs niet zeggen: ‘God is liefde’ – want dan maak je van dat ‘is’ een koppelwerkwoord. Een koppelwerkwoord verbindt twee zinsdelen aan elkaar, in dit geval dan ‘God’ en ‘liefde’. Dus als je zegt ‘God is liefde’, maak je Hem alweer kleiner dan Hij is. In de zin ‘God is’ is het woordje ‘is’ een zelfstandig werkwoord. Als God iets is, dan is het: ‘zijn’. Het Zijnde. De Zijnde. De Bestaande, die altijd zal bestaan, die altijd zal zijn.

En die naam, met die enorme betekenis, die ons laat voelen over Wie we het hier hebben, daarvan zegt Jezus vandaag in het evangelie dat hij hem bekend heeft gemaakt aan de mensen. En dus ook aan u en mij vandaag. Hij heeft ons kennis laten maken met Gods interne werkelijkheid, want iemands naam – dat hoorden we zojuist – zegt alles over iemands identiteit. Doordat deze naam aan ons bekend wordt gemaakt, gaan wij DE ZIJNDE kennen, mogen wij hem tot de onze rekenen, bezit van hem krijgen, hem ‘begrijpen’ en ‘voelen’ als het ware. Dus wij hebben God ‘gekregen’, wij hebben Hem mogen leren kennen. Dat is zo ongeveer wat hier staat en dat is wat Jezus hier is komen doen. God aan ons geven. Ons in contact brengen met God. God bekend maken bij ons. 

JWHW is geen opperwezen dat de wereld bestuurt, waarbij je achterover kan leunen omdat Hij overal wel voor zal zorgen

Nu is de vraag: wat moeten wij, arme mensen, nu wij weten hoe de naam van God luidt? Dat hij niet domweg ‘God’ heet, maar dat Hij IS en dat dát de kern van het verhaal is? 

We kunnen weten wat die kennismaking van ons vraagt, door opnieuw naar dat verhaal van God en Mozes te kijken. Want in hetzelfde gesprek waarin HIJ DIE ER ZAL ZIJN vertelt hoe Hij genoemd wil worden, gaat het over de ellende van het volk, de medemens, de pijn van de slavernij, het op de vlucht zijn. Dat is waar HIJ DIE IS  aandacht voor vraagt: de ander. ‘Ga nou maar aan de gang. Vertel aan de mensen dat Ik ze niet zal verlaten. Vertel dat ik ze zal redden. Dat ik er ben.’

Mozes moet aan de slag en dat geldt ook voor ons. God – de ZIJNDE – moet door ons gedaan worden. Dat is de kern van de Bijbelse ethiek, van het Bijbelse godsbeeld. En dat is ook voor ons, vandaag, een appèl. God moet gebeuren. Dat kan ook niet anders, want ‘zijn’ wíl gebeuren, op dit moment; dat hoort bij ‘zijn’. Het ‘Zijnde’ is een levend NU, en gisteren is een herinnering en morgen een fantasie. Het ZIJN is er Nu. En dat Nu is anders dan nu. En dan nu. En dan nu. Elk moment is weer nieuw en vol van leven. Vaak zegt de kerk dat in een soort codetaal, dan krijg je zinnen als ‘De Eeuwige is levend onder ons aanwezig’. En dat is waar, maar het belangrijk om goed te verstaan wat daar eigenlijk gezegd wordt. 

Wij worden uitgenodigd Hem nu laten leven, laten gebeuren. Hem toestaan te gebeuren door ons heen. Wij bidden daar ook heel vaak voor, in alweer zo’n geheimzinnige zin: uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. In mij. En in u. Dat gaat hierover, over God laten gebeuren. God, de Zijnde, moet door mensen gedaan worden. Door wie anders? Hij is geen opperwezen dat de wereld bestuurt, waarbij je achterover kan leunen omdat Hij overal wel voor zal zorgen. Kennis maken met de Naam, vraagt actie. 

En iedereen is persoonlijk verantwoordelijk. En iedereen kan altijd weer terugkomen bij HIJ DIE IS. Het gaat daarbij om ons hart, de diepste innerlijkheid van de mens. Daar woont die mysterieuze kracht die het ZIJNDE is, de kracht die ons laat weten: ‘stil maar wacht maar alles wordt nieuw, de hemel en de aarde.’ Uw leven wordt nieuw als u ‘HIJ DIE ZAL ZIJN’ toelaat in uw binnenste, elk moment opnieuw.

‘En dat is het eeuwige leven’, zegt Jezus: ‘dat zij u kennen’. Dat zij HIJ DIE IS in zich dragen. Dat is het eeuwige leven, het is er in u. Het eeuwige leven is niet iets wat na uw dood plotseling gaat beginnen. Nee, op zielsniveau bent u deel van de eindeloze, liefdevolle, barmhartige, genadevolle, troostrijke HIJ DIE IS, en Hij is deel van u. Dat is de eenheid waar het altijd over gaat en die ons beloofd is. Het is die eenheid die de apostelen in de eerste lezing bezielt, als ze vurig en eensgezind aan het bidden zijn en het is ook die eenheid die u bezielen mag, uw leven, uw dagen, uw uren – maar bovenal: nu, op dit moment.

Andere preken:

Driekoningen: Kies een andere weg (Mattheus 2,1-12)

‘Ik ben de deur’ (Johannes 10,1-10)

Preken zijn eenmalig. Nergens terug te luisteren? Helaas. Je kunt natuurlijk altijd naar Klooster Huissen komen, daar wordt elke zondag gepreekt. En hoe. Of naar je eigen kerk.

arrow-right arrow-down arrow-left facebook twitter linkedin cross