Het valt niet mee om iets van betekenis te schrijven over het leed in de wereld van nu. Afgezet tegen het duister van oorlog, verwaait een column als kaf in de wind. Alles is al eens geschreven. Alle boosheid en woede werd al eens verwoord, is het niet door Hassnae Bouazza, dan wel door Arnon Grunberg. Toch komt er veel tot rust in het licht van oude wijsheid, ook de dramatische relatie tussen Palestijnen en Israƫlieten, wapenleveranties die wel of juist niet plaatsvinden en de expansiedrift van Vladimir. Zelfs Elon en Donald worden irrelevant.
Kijkend naar hoe er over ‘wijs leven’ is nagedacht in het verleden, kom ik altijd weer uit bij het boek dat ten grondslag ligt aan de benedictijnse spiritualiteit: de Regel voor monniken, van de heilige Benedictus. Hij schreef het rond 530 na Christus en geloof me, alles wat er in staat is ook vandaag bruikbaar. Misschien zelfs juist vandaag. Het is een ronduit verstandig boek, dat naar een leven in liefde leidt. Je kunt het gewoon kopen in je boekwinkel, maar dat moet je vooral niet doen, want het staat vol stramme zinnen die niet makkelijk te verstaan zijn.
De paradox van op individueel niveau intens meelijden met leed op afstand, is dat je het leed in de wereld vergroot
Dat niet-verstaan komt omdat we niet goed luisteren. Als we wel goed zouden luisteren naar wat Benedictus schrijft en bereid zijn door de woorden heen te tasten naar wat hij nou eigenlijk bedoelt, dan is zijn wijsheid ook voor ons een glasheldere leidraad. Als ik mij afvraag wat ik moet met de verschrikkingen van het huidige wereldnieuws, dan hoef ik alleen maar dat boek in te duiken. Daar leer ik dan bijvoorbeeld dat ik mij niet door ‘de wereld’ hoef te laten leiden. Dat ik als het ware een kloostermuur om mijn leven kan zetten. En dat er binnen die muren een ruimte mag ontstaan die vrij is voor God.
Bejubel de vrede tegen de klippen op
Wat hebben de mensen in Jeruzalem, Rafah of Kiev eraan als ik mijn leven richt naar God?’ De wedervraag luidt: Wat hebben ze eraan als ik kapot ga van verdriet en onmacht? Als ik huis en haard zou verlaten om ginds te delen in hun lot? Let wel, ik zeg hier niet dat we ons niets van hun situatie moeten aantrekken of de andere kant moeten opkijken. Er moet geholpen worden waar mogelijk, gevochten zelfs, zoals er ook voor ons gevochten is in het verleden. Maar wat we daarvoor nodig hebben zijn leiders die hun rug naar de geschiedenis durven te keren en de moed hebben besluiten te nemen die niet zozeer goed zijn voor hun eigen imago, als wel voor de toekomst van het volk dat ze leiden.
De paradox van op individueel niveau intens meelijden met leed op afstand, is dat je het leed in de wereld vergroot. Het klinkt hard, maar als ik me op mijn eigen vierkante meter laat beheersen door wat er in Odessa gebeurt, dan is er meer leed in de wereld dan er de facto is. Neem dan liever de luit ter hand, om met Rumi te spreken, en zing een lied van vreugde om je eigen leven, je schoonheid, je verlangen. Bejubel de vrede tegen de klippen op. Bid voor oude mannen die graag oorlog maken. Daarmee voeg je op jouw plek iets goeds aan de wereld toe. Machteloos in werelds opzicht, maar in gelovige zin vol kracht. Ik geloof werkelijk dat we de schepping daar een grotere dienst mee bewijzen dan met bezwijken onder het verdriet van ver weg, hoe peilloos en onverteerbaar het ook is.
Naar de retraites van Heb Het Hart
Open brief aan kardinaal Willem Eijk over zijn boek over huwelijksmoraal