Een uitgestoken hand voor theologen

Lees verder

(Recensie ND)

De maagd Maria, de moeder van Jezus – je vindt haar bestaan van geen belang of ziet haar als Redster In Bange Dagen. Met ‘Maria. Icoon van genade’ zet hoogleraar Systematische Theologie Arnold Huijgen duidelijk in op een traditie-overstijgende middenweg.

Arnold Huijgen, christelijk gereformeerd, hoogleraar Systematische Theologie, deed iets waar iedereen van opkeek: een boek over Maria schrijven. Bepaald niet onopgemerkt rolde zijn geschrift de (social) media in, waarna voor- en tegenstanders er lustig eroverheen rolden, of ze het nu gelezen hadden of niet. Bij vlagen deed het promotie-bombardement zelfs feestelijk aan, al was het maar vanwege de schitterende omslagillustratie van Peter Kortleve. 

De theologisch geschoolde lezer wordt in deze nieuwe studie over Maria niet teleurgesteld. Maria. Icoon van genade is een gedegen overzicht van de ontwikkeling in het denken over Maria. Een prestatie; buiten Nederland en in de oecumene zijn er genoeg studies over haar verschenen met de bedoeling een gezamenlijke interpretatie te formuleren, maar zeker in Nederland is er weinig vergelijkbaars, ook niet in katholieke kring. Huijgen rijgt in een kalm staccato zijn zinnen aaneen tot een eerbetoon aan een vrouw die volgens hem in de katholieke traditie ten onrechte vereerd en aanbeden wordt en in de protestante traditie te weinig wordt gezien en gerespecteerd. Het notenapparaat en de registers zijn volledig, maar missen een strikt consequente notatiewijze in persoonsnamen, iets wat bij vlagen afleidt.

Uitgestoken hand

Huijgen heeft met Maria theologische verschillen willen overstijgen en dat is hem grotendeels gelukt. Hij houdt vast aan sommige ressentimenten uit de reformatie, maar biedt tegelijkertijd ruimte aan een meer katholieke visie. Daarmee is zijn boek een uitgestoken hand aan elke theoloog. Elkaar de hand reiken kan alleen waar fouten benoemd worden en dat doet Huijgen ferm: door pauselijke dogma’s inzake de onbevlekte ontvangenis en Maria tenhemelopneming kerkelijke bedrijfsongevallen noemen bijvoorbeeld en de beeldenstorm een overreactie. Of door – tongue in cheek bijna, maar in elk geval met veel gevoel voor understatement – dit soort zinnen te schrijven: ‘Johannes Paulus II en de Council for Biblical Manhood and Womanhood zijn niet aan het gevaar ontkomen cultureel bepaalde beelden van vrouw-zijn te presenteren als bijbels en gezaghebbend.’ Op zulke momenten was de bevrijdende schaterlach dichtbij. Het zijn standpunten die velen herkennen, maar er is moed voor nodig om ze zwart op wit te stellen.

Lantaarns

Dit boek belicht een waaier aan Maria-gerelateerde thema’s; haar positie in onze kerken, de rol van de vrouw in de kerk, het verband tussen het feit dat ze een Jodin was en het groeiend antisemitisme in onze tijd. De relatie tussen womb en tomb. Vrouw en moeder zijn. Nederigheid. De noodzaak van schoonheid. In het in het laatste hoofdstuk gooit Huijgen de luiken echt open, daar waar hij Maria als toegang tot actuele kwesties beschouwt, zoals onder andere de christelijke toekomst van Europa. Wie zich nog herinnert dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw reformatorische christenen zich tegen de Europese eenwording keerden, omdat men het beschouwde als een onzalig paaps project, weet dat Huijgen hier historisch gezien een grote stap zet. Dat hij hierin met suggesties van Houellebecq en anderen meedenkt mag werkelijk buitengewoon verrassend heten. De grote, interessante vragen die in de paragraaf over Europa gesteld worden, roepen elk voor zich weer om een volgend boek, maar dan met de antwoorden waar hier geen plaats voor was.

Heeft dit boek me dichter bij Maria gebracht? Nee. Bij het geheim van haar leven dan? Nee, ook niet. Op enkele momenten van tasten, aarzelen en verwondering na is dit boek vooral een doorwrocht wetenschappelijk feitenrelaas. Dat is ook wat men mag verwachten van een systematisch theoloog: dat hij niet zozeer de mens inwijdt in geheimen, als wel hem een route wijst naar God, door het pad te verlichten met lantaarns die Rede, Ordening en Samenhang heten. Toch zou ik mijn katholieke ziel geen recht doen als ik hier niet ook een lans zou breken voor de leap of faith en de auteur zou uitdagen zich over te geven aan dat waar hij ‘net niet bij kan’, omdat het laatste geheim pas begrepen wordt op het moment dat we ons overgeven aan wat we niet begrijpen. Zulks op het gevaar af dat hij daarna katholiek wordt, maar dat lijkt me in dit geval een verwaarloosbaar risico.

Hanneke

Laten we afsluiten met Hanneke, echtgenote van de auteur. Zonder haar was dit boek er niet geweest, schrijft Huijgen in het voorwoord. Zij was het die hem maande het schrijven vol te houden op momenten waarop hij het bijltje erbij neer had willen gooien. Als het waar is wat hier staat, danken we dit boek aan haar: de vrouw op de achtergrond, zonder wie alles onmogelijk was geweest. Zij bekleedt daarmee een mariale rol – sommige vergelijkingen zijn nu eenmaal zo opdringerig dat je er niet omheen kunt als recensent. Ze heeft alleen een voornaam en is minder dan een voetnoot in dit boek, maar desondanks onmisbaar voor de publicatie ervan en tevreden met 53 woorden van dankbaarheid. Zoiets moet het met Maria ook geweest zijn. Huijgen wijdt heldere overwegingen aan die paradox: hoe de totale nederigheid in wezen juist de grootsheid van Maria illustreert. Jammer bijna, dat het zelfs in een boek dat haar naam draagt, uiteindelijk toch weer over de Zoon gaat die er zonder haar niet eens geweest was. Maar wellicht raken we daar aan een geheim van de Hanneke’s en de Maria’s. Dat ze niets liever willen dan dit: dat de ander glorieert. En dat is wat Arnold doet. Dankjewel Hanneke.

Maria. Icoon van genade
Arnold Huijgen. Uitgeverij KokBoekencentrum, Utrecht 2021
381 blz. € 27,99

+ Gedegen overzicht van het denken over Maria
+ Traditie-overstijgende visie op Maria in relatie tot de toekomst van Europa
– Inconsequenties in notatie persoonsnamen in notenapparaat en register

arrow-right arrow-down arrow-left facebook twitter linkedin cross