Wortelen
Tijdens de retraites die ik begeleid spreek ik vaak mensen die zichzelf langere tijd overvraagd hebben en daarmee voorbij hun eigen grenzen hebben geleefd. Ze zijn overprikkeld geraakt, overspannen, burn-out, of ze voelen ze zelfs lichamelijk ziek. ‘Alles doet pijn, maar de dokter kan niets vinden.’ In de rust van een klooster, als de telefoon uit staat en ook veel andere externe prikkels zijn weggevallen, komt er een diep, vaak onbeluisterd deel van henzelf aan de oppervlakte. Eindelijk! Want dat is het deel dat ‘binnen de grenzen’ van deze mens ligt. Hier moet men naar terug om weer gelukkig te kunnen zijn; het is een innerlijk gebied waar men moet wortelen om te voluit gelukkig kunnen leven.
Meebewegen
Het benedictijnse begrip stabilitas heeft hier alles mee te maken. Dit woord betekent: stabiel, standvastig, niet labiel. Het komt van het Latijnse stabile, wat betekent: staan. Kloosterlijk gezien gaat het bij stabilitas om een houding van uithouden, volharden. De stabilitas loci (locatie, plek) uit de benedictijnse leefregel vraagt bijvoorbeeld dat de monnik (m/v) het hele leven in het klooster blijft wonen waar men intreedt. Het ging de heilige Benedictus bij dit advies echter niet om starheid, noch om domweg standhouden tegen de klippen op. Er moet wel meebewogen worden, want zonder beweging geen leven: een standvastige, goed gewortelde boom, buigt soepel heen en weer in de wind. Zoiets is ook voor mensen weggelegd. Om met het leven te kunnen meebewegen op een veilige manier, moeten we wortelen op één plek. Dit gaat niet over een fysieke vierkante meter, maar om wortelen in de grond onder ons eigen bestaan, waar we ons ook bevinden.
Komen uw leven en wezen nog overeen?
Maar wat is het ‘eigen’ bestaan? Het is in elk geval níet het leven dat uw ouders voor u uitgestippeld hadden, niet het leven dat de mensen om u heen van u eisen. Het is zelfs niet het leven dat u voor uzelf ingericht had. Het Echte Leven heeft bar weinig te maken met plannen, afspraken, tijd en eisen. Het gaat veeleer over de vraag of uw spreken en handelen Waar zijn en waarachtig. Of u zich niet laat weg trekken naar plaatsen waar u niet thuishoort, of u geen dingen aan het doen bent die niet bij u horen, of u niet verstrooid bent over vele akkers tegelijk. Of u niet iedereen tevreden loopt te houden en er zelf bij inschiet. Of u ongeharnast open en transparant kunt zijn.
Herijken
‘Komen mijn wezen en de plek waar ik sta en leef met elkaar overeen?’ – dat is een vraag die men zich met regelmaat zou mogen stellen. Soms is het de bedoeling dat we het ‘uithouden’ op een lastige plek of in een moeilijke periode, maar soms wordt ook ineens helder dat er iets moet veranderen of dat men moet herijken en op zijn schreden terugkeren. In de woestijntraditie wist men al dat oude afspraken niet altijd te handhaven zijn. Al rond 400 na Christus schreef de wijze woestijnvader Joannes Cassianus: ‘Het is beter terug te komen op een ondoordacht gedane belofte, dan eraan vast te houden uit plichtsbesef en zo ongelukkig te worden’.
Toen al bestond het inzicht dat mensen veranderen, dat levens vol gebeurtenissen en ontwikkeling zijn en dat dat gevolgen heeft voor beloftes (of geloftes) uit het verleden. We overzien niet altijd de gevolgen van een belofte en zelfs komt het voor dat we domweg de verkeerde dingen beloven. Zo zijn mensen nu eenmaal, we denken vaak dat we het beter weten dan het leven zelf, dat we de dingen wel eventjes zullen fiksen. Tot het spaak loopt en we op een plaats belanden waar we buiten het bereik van onze eigen wortels zijn geraakt.
Waar voor een monnik de stenen kloostermuren symbool staan voor het ‘tot hier en niet verder’, zo is het voor ons een levensopdracht om, wonend buiten kloostermuren, op eigen kracht onze grenzen te leren kennen en eerbiedigen. Doen we dit niet en overschrijden we ze keer op keer, dan betalen we een hoge tol. En dan begint deze hele column weer van boven af aan.